Uit onderzoek van MVO Nederland en Rabobank, blijkt dat Nederlandse bedrijven gemiddeld een 5,7 scoren voor ‘het vak’ verduurzaming.

De helft van de bedrijven scoort een onvoldoende. Slechts 8,5% van alle bedrijven scoort een acht of hoger. Daarbij blijkt dat grote bedrijven met meer dan 250 medewerkers iets beter scoren, namelijk een 6,5. Uit een ander onderzoek uit januari dit jaar van I&O Research, bleek dat ruim 90% van de kiezers wil dat grote vervuilende bedrijven zich aan het klimaatakkoord houden. Duurzaamheid leeft steeds meer. Diezelfde kiezers kopen dan wel weer bij die bedrijven die niet duurzame spullen. Maak het voor ons als consument gemakkelijk om te herkennen of een product in positieve zin bijdraagt, of juist niet. Wedden dat dit de vraag naar ‘betere spullen’ doet stijgen?! Binnen Europa wordt gewerkt aan een betere duiding op basis van standaarden. Daar moeten we helaas nog even geduld voor hebben.

Voor de overheid is een belangrijke rol weg gelegd, om juist de kleinere en middelgrote bedrijven te stimuleren door hen te helpen. Dat kan met subsidies maar belangrijker nog, met kennis. Door bijvoorbeeld het bij elkaar brengen en delen van de kennis en het stimuleren van samenwerking in de keten. Regelmatig kom ik voorbeelden tegen van fantastische initiatieven in het bedrijfsleven, die zo toepasbaar zijn bij heel veel andere bedrijven. En er zijn platforms om die kennis bij elkaar te brengen. Maar die moet je wel weten te vinden. En daarbij kunnen we ook elkaar helpen.

Begin met kleine stappen

Aan bedrijven die de echte start nog moeten maken, adviseer ik het volgende. Begin met kleine stappen. Die zijn te overzien en herkenbaar succes enthousiasmeert om verder te gaan. Laat vooral de medewerkers hierover nadenken. Er is ongetwijfeld veel laaghangend fruit waar snel de eerste winst te behalen is. Daar kunnen de medewerkers een hele grote bijdrage in leveren. Zij weten immers precies hoe het werkt en waar mogelijkheden zitten. Dit moet je wel (willen) organiseren. Reductie van uitstoot en een verlaging van de kosten gaan vaak hand in hand.

Ben je nog niet begonnen of zoek je naar wat handvatten? Ik heb hier een tip voor je die structuur kan bieden. Dit maakt het makkelijker om (deel)plannen te ontwikkelen.

Fase 1: Besparen

Fase 2: Beperken

Fase 3: Beïnvloeden

Fase 4: Experimenteren

Bij ‘besparen’ gaat het om de vraag: Waar kun je energie en water besparen, en uitstoot en afval verminderen? Natuurlijk kun je hiervoor direct een specialist inhuren die een goede technische rapportage kan maken en inzicht biedt in het besparingspotentieel. Je kunt ook beginnen met de vraag intern. Wat zien zij aan mogelijkheden? Maak het leuk, aantrekkelijk en interactief. Dit verhoogt het bewustzijn om bewuster om te gaan met energie, water en afval.

‘Beperken’ gaat over de vraag: Waar kun je de uitstoot van producten en diensten verminderen, die negatieve effecten hebben op de samenleving en het milieu? Productiebedrijven kunnen kijken naar de materialen en ingrediënten die worden gebruikt. Van grondstof tot eindproduct tot het verbruik gedurende de levensduur. Voor de dienstensector kun je bijvoorbeeld kijken naar de wijze van communicatie. En hoe en waar ontmoeten wij onze klant?

Bij ‘beïnvloeden’ kun je denken aan het meenemen van stakeholders in jullie visie op verduurzaming. Hoe groot is de cirkel van invloed naar bijvoorbeeld klanten en leveranciers. Welke boodschap wil je jouw klanten brengen en stel je (toekomstige) eisen aan leveranciers? Dat vraagt om een sterke corporate story.

‘Experimenteren’ gaat om het benutten van de mogelijkheden om te innoveren met als resultaat, positief maatschappelijke impact. Dit biedt vaak goede kansen als er wordt samengewerkt met meerdere partijen, bijvoorbeeld in een hub. Plaats dit buiten de keten en accepteer dat de uitkomsten meer onzeker zijn.

Wat ik zelf fijn vind om te gebruiken als handvat, zijn de ‘elementen voor een succesvolle transitie’. Zeer overzichtelijk en het geeft snel inzicht waar aandacht nodig is.

1. Een visie. Waar wil je staan over bijvoorbeeld vijf jaar. Waar worden de mensen enthousiast van? Vaak van een authentiek verhaal met een ambitieuze ambitie die perspectief biedt. Zonder heldere visie bestaat de kans op verwarring.

2. Het urgentiebesef. Voelen we allemaal het belang om te verduurzamen? Biedt het ons bedrijf toekomstperspectief? Voelt men de urgentie niet, kan dit leiden tot weerstand.

3. Een plan. Heel simpel, een plan waarin staat wat we gaan doen, wanneer, met welke middelen en in welke tijd. Maak het vooral niet uitgebreider dan nodig. Hoe dikker het plan, hoe minder mensen het lezen. Zonder een beetje structuur in de vorm van een plan, loop je het risico op chaos en dat kost veel onnodige energie. Dus wie mag ik voor wat aanspreken?

4. Competenties en expertises: Wat hebben we zelf in huis en wat is er nodig aan extra (specialistische) kennis? Als mensen niet voelen dat ze over de juiste kennis en competenties beschikken, kan dit leiden tot angst. Coaching en aandacht kunnen hierbij helpen.

5. Middelen: Wat wil en wat kun je beschikbaar stellen aan tijd, geld en capaciteit? Er is weinig zo frustrerend als onvoldoende middelen om de klus te klaren.

Wil jij stappen zetten?

Ik kan je helpen om:

  • Samen de groene beweging in gang te zetten.
  • Jouw duurzame imago te versterken en te verankeren.
  • Jouw medewerkers te betrekken zodat ze zélf actie gaan ondernemen

Hoe ik werk? Je krijgt bij mij geen dikke onderzoeksrapporten. Wel een pragmatische aanpak. Geen extern team, wel echt betrokken medewerkers. Geen quick-fixes, wel een voedingsbodem voor inspiratie en creativiteit.

Wacht niet langer en versnel de transitie naar die schone en leefbare wereld. Ervaar de winst voor jouw organisatie, de medewerker én voor onze leefomgeving.

Ik ben heel nieuwsgierig wat jouw visie op verduurzaming is. Laten we eens koffie drinken, virtueel of face-to-face.

Bel: +31(0)6 1250 57 57 of mail: marcel@brainworm.nl